Conservering en restauratie van schilderijen

Restauratie is het geheel van handelingen aan een beschadigd kunstwerk met het doel deze terug te brengen in een zo origineel mogelijke staat. De wijze waarop de kunstenaar het werk bedoeld heeft, is daarin richtinggevend. Wat er aan handelingen verricht moet worden hangt af van de staat waarin het werk verkeert.

Een schilderij, of het nu geschilderd is op doek of paneel, bestaat uit natuurlijke materialen. Dit maakt het schilderij kwetsbaar en aan verval onderhevig omdat de natuurlijke materialen en grondstoffen verschillend op elkaar en de omgeving reageren. Met de jaren verouderen deze door de inwerking van licht, vocht, vuil en temperatuurveranderingen waardoor een schilderij zich samen trekt of opzwelt. Er ontstaan spanningen in de verschillende materialen die zichtbaar worden door het slaphangen van het doek of plooivorming. Ook kunnen zich barsten gaan vertonen in de diverse verflagen door een verschil in drogingstijd of onjuiste verhouding tussen het bindmiddel en pigment. De barsten kunnen zich beperken tot de oppervlakte, ook wel craquelé genoemd, maar kunnen zich ook tot op de gronderingslaag of zelfs het doek ontwikkelen. Een goede conservering van het werk is dan ook erg belangrijk.

Onder conservering verstaan we het geheel aan maatregelen en handelingen die ervoor zorgen dat de toestand van een kunstwerk stabiel blijft en het verval wordt tegengehouden of vertraagd. Dit kan bestaan uit passieve conservering zoals het verbeteren van het klimaat, de presentatie of opslag van het werk.

Minstens zo belangrijk is een onderhoud van een schilderij eens in de 20 a 30 jaar, vooral als er veel gerookt of gestookt is in de ruimte waar het schilderij hangt. Stof, nicotine, vetten en andere stoffen zetten zich namelijk vast op de vernis- of verflaag en bespoedigen hiermee het verval. Een vernislaag veroudert waardoor verkleuring of vergeling ontstaat wat de picturale laag onleesbaar maakt. Wanneer het werk al in verval is geraakt is actieve conservering een optie. Er wordt dan bijvoorbeeld vuil verwijderd (oppervlaktereiniging), losse verfdeeltjes worden vastgezet (fixatie) of een vernislaag wordt geheel of gedeeltelijk (afdunnen) verwijderd. Het verval wordt waar mogelijk ongedaan gemaakt of gestabiliseerd zodat het werk voor de toekomst weer is beschermd.

Naast de natuurlijke veroudering van materialen kan er sprake zijn van mechanische schade. Denk hierbij aan een scheur of gat in het doek of het poreus worden van het doek aan de zijkanten wat een goede spanning van het doek te niet doet. Als een doek niet goed op spanning staat leidt dit tot spanningen in de verflaag, het zichtbaar worden van het spieraam, vervormingen (deformaties) of ondulaties (bolling) van het doek. Ook kan de oorspronkelijke conditie van een schilderij worden aangetast door beschadigingen of ondeskundige restauratie in het verleden. Het gevolg hiervan is een verdere degradatie van het werk en is het belangrijk het werk te laten restaureren.